Je organiseert een tweedaags theaterfestival (zaterdag en zondag) op meerdere locaties. De locaties zijn verschillend in grootte. Met een ticket mag je naar alle locaties. Het is mogelijk een passe-partout en dagticket te kopen.
Je verkoopt:
Passe-partouts.
Zaterdagtickets.
Zondagtickets.
Je hebt vier locaties:
Grote zaal: 600 mensen.
Kleine zaal: 300 mensen.
Foyer: 150 mensen.
Café: 100 mensen.
Nu zijn er twee mogelijkheden:
Het publiek koopt een ticket en schaft daarna (gratis) tickets aan / reserveert voor een voorstelling per locatie.
Het publiek komt naar het festival en besluit ter plekke naar welke voorstelling ze gaan.
Voor optie 1, lees hier verder.
Voor optie 2 doe je het volgende:
Schat het aantal tickets in dat je per dag kunt verkopen. Gezien de grootte van de locaties is dat maximaal 1150 per dag. Je zou er 150 aan kunnen toevoegen voor mensen die tussen de voorstellingen in bewegen en bijvoorbeeld een hapje gaan eten. Het is jouw festival, jij weet het beste hoe dit op jouw festival gaat en hoeveel tickets je maximaal per dag kunt verkopen.
Maak gebruik van multi-access events voor de passe-partouts en dagtickets. Dit is vergelijkbaar met optie 1.
Wissel bij de ingang de tickets om voor festivalbandjes, weekendbandjes of bandjes voor een dag.
Tijdens het evenement loopt het publiek rond en kiest ter plekke waar ze willen kijken. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt en vol = vol. Voor iedereen is ergens plek en als organisator weet je hoeveel publiek een voorstelling trekt en op welke locatie je deze het beste neer zet.